Column door Taetske Kleijn verschenen in het tijdschrift InZicht mei 2022 – Themanummer Verwondering

We zitten aan tafel. Onze kleindochter van 7 maanden zit in haar buggy het van een afstandje te bekijken. Met grote ogen observeert ze wat we doen. Ze kan er nog geen chocola van maken, maar dat schijnt haar niet te deren. Ze bekijkt het met interesse. Als ik haar aandacht geef, naar haar kijk en iets tegen haar zeg, haken haar ogen in die van mij. Een stralende lach glijdt over haar gezicht. Er wordt een relatie gelegd. De adem versnelt, de aandacht vernauwt zich. Als ik me weer op het tafelen richt, ontspant ze. De verwondering treedt weer in, de algemene open interesse in wat er gebeurt.

Het doet me denken aan de uitspraken van Ashin Tejaniya. “Maak je niet druk over wat je waarneemt als je maar waarneemt. Heb onbevooroordeelde interesse. Hoe ontspannener de geest, hoe ruimer je waarneemt en hoe meer je de dingen ziet zoals ze zijn. Heb geduld en vertrouw op het innerlijk systeem dat op een gegeven moment vanzelf verbanden gaat zien. Oorzaak en gevolg. Het ontstaan en de vertekening van afkeer en begeerte. Zo groeit wijsheid vanzelf en van nature.”  (in mijn eigen woorden)

Ze lijkt precies op die manier waar te nemen. Het natuurlijke systeem van leren, van uitvogelen hoe het zit, draait kalmpjes op de achtergrond. Er is nog geen noodzaak het allemaal te weten. Het ‘niet weten’ heeft nog alle ruimte. Dat zal veranderen. Het hoort erbij, bij opgroeien. Bij leren zelf je weg in het leven te vinden zonder daarvoor afhankelijk te zijn van die groten, die dat allemaal al kunnen.

Als we naar buiten gaan voor een wandeling, zie ik hetzelfde gebeuren. Ze heeft een open verwonderde interesse voor alles wat in haar blikveld verschijnt. Bomen, auto’s, dieren, langslopende mensen. Het is allemaal welkom in haar ontspannen blik. Het mag allemaal binnenkomen. Tot ik het ‘er niets mee hoeven’ verstoor door dingen te benoemen, aan te wijzen, te duiden. Haar onbedoeld duidelijk maak dat het ene belangrijker is dan het andere.

De zoeker in ons zal dit zonde vinden, ‘Zorg dat het behouden blijft!’ Vergetend hoe bevrijdend het is te weten en te kunnen wat die groten allemaal weten en kunnen. Niet meer afhankelijk te zijn. Het is de onstuitbare drang van het leven. Het is nodig te weten wat een auto is, een paard, hoe je een boterham smeert, wat 1+1 is. Vraag een kind wat het wil worden: GROOT! Ook al raak je dat onderzoekende pure kijken kwijt in het proces van weten hoe het allemaal werkt.

Zelf zie ik het spirituele pad als een weg om daar weer te komen. Het niet weten weer plaats te geven. Maar nu in een volwassen lichaam. Opnieuw ontdekken wat het leven is, met diezelfde onbevangen open interesse die bereid is alles binnen te laten.

In het volwassen leven is een diepere ontspanning in de geest mogelijk. Omdat je al volgroeid bent, kun je zonder begeerte zijn. Zonder meer, verder, groter. Ook zonder spirituele begeerte! Opgewekt door boeken en verhalen; gevoed door de beelden die we op grond hiervan gemaakt hebben, inclusief de beelden die we hebben van mensen die we als verlicht zien. Ideeën die openheid in de weg staan.

‘Stop met zoeken, begin met vinden’ was een gevleugelde uitspraak van mijn leraar Jeru Kabbal. Een zoeker blijft zoeken, de blik gericht op een niet bestaande toekomst. Een vinder blijft vinden, in de rijkdom van het alomtegenwoordige nu. Thuiskomen is de werkelijkheid zien. Die is zo dichtbij, dat je er makkelijk overheen kijkt.

Het enige wat tussen jou en de werkelijkheid staat zijn ideeën. Zie ze voor wat ze zijn: niets werkelijks. Laat ze varen. Adem en ontspan. Als het zoeken stopt, kan het vinden beginnen. Hier, aan de keukentafel. Het leven zal je opnieuw verwonderen.